Amalia heeft het van Willem III, Wilhelmina, Beatrix en haar ouders. Maar met klem níet van Juliana.
Het staat al jaren in haar korte biografie op koninklijkhuis.nl: Amalia is dól op paardrijden. En treedt daarmee diep in de voetsporen van haar voorouders. Want de Oranjes en paarden, dat is een match made in heaven.
Amalia heeft de paardenliefde diep in haar genen zitten. En dan bedoelen we ook écht diep. De meest rechtstreekse lijn die binnen de familie te trekken valt is er eentje tussen prins Bernhard en Amalia. Maar de echte Oranje-paardenliefde gaat nog véél verder terug.

Van Bernhard naar Beatrix
Eerst prins Bernhard maar eens. Die tot zijn rugklachten te erg werden dolblij werd van dressuur. Hij gaf zijn talent vooral door aan zijn dochter Beatrix, die zich helemaal kon verliezen in de paardensport, al stond ze niet te boek als een prinses die haar eigen paarden ook verzorgde, iets wat Amalia wél met klem aangeleerd heeft gekregen.
Wel deed Beatrix mee aan wedstrijden, net als Amalia nu. De prinses rijdt ook nog steeds.

Ook Beatrix’ zus Margriet hield van rijden en mennen, in de bossen van Het Loo. Overigens was ook prins Claus dol op paardrijden: hij had zijn eigen paard.
De Argentijnse tak
Beatrix en Claus gaven hun gedeelde passie voor paarden op hun beurt door aan zoons Constantijn en Willem-Alexander, Friso was geen enorme fan. En het lot wilde dat Willem-Alexander in Máxima een sportieve vrouw vond die ook de weg wist met een ruiterzadel.

In Argentinië zijn ze nogal dol op paarden, vooral voor de polo. Geen Nederlands gebruik, maar wat niet is kan nog komen. Amalia: “Als we in Argentinië zijn, dan rij je soms de hele dag. Tot je niet meer kan lopen. Heerlijk.’
Dat een oudtante van haar moeders kant in het nationale poloteam heeft gezeten, ziet zij als een teken. “Vriendinnen daar spelen het allemaal, maar mijn ouders vinden het niet verstandig. Ik ben half Argentijnse, ik moet toch op polo?”
Juliana had er niets mee
Met twee paardenlovers als ouders kon het niet uitblijven of Amalia, Alexia en Ariane gingen ook aan de paarden. Hier zien we Ariane op Fredje (het paardje waar het voor Amalia allemaal mee begon, vertelt ze in het boek van Claudia de Breij), Amalia op Safary en Alexia op Pixie.

Maar wie nu denkt dat het allemaal met Bernhard is begonnen, heeft ongelijk. Daarvoor moeten we echt nog véél verder terug. Koningin Wilhelmina was al een paardenfanaat, iets wat zij weer meekreeg van haar moeder Emma en vader koningin Willem III. Ook haar man prins Hendrik reed graag en vaak: dankzij hem werden bij Het Loo de Koninklijke Stallen gebouwd.
Juliana had dan weer totaal niets met de paardenliefde van haar ouders, dus daar werd de lijn even bruut doorbroken. Dat past dan wel weer bij Juliana’s reputatie ook.
‘Springen of zingen’
Maar goed: het kwam, dankzij Bernhards passie en een diepere laag genen, dus nog helemaal goed. Zozeer zelfs dat Willem-Alexander en Máxima zeggen dat Amalia als ze geen koningin zou worden waarschijnlijk was gaan ‘springen of zingen’.
Dat wuift Amalia zelf weg, maar ze geeft wel toe dat ze zich nergens zo op haar plek voelt als in de stallen in Den Haag met haar paard Mojito. Amalia: “Op een paard ben ik het meest wie ik ben. Als je me echt wilt leren kennen, moet je me zien rijden.”

Zie het als een alternatief voor therapie (ook een goede optie, meent Amalia) voor de kroonprinses in haar drukke leven. “Als ik heb gereden, heb ik daarna helemaal zo’n leeg hoofd. Heerlijk.Want tijdens het rijden is er zoveel om aan te denken, dat je niet meer bezig kan zijn met een toets of ruzie met vriendinnen. Echt.Therapie kan het zijn.”







