Het is een goede oefening in smalltalk en een handelsmissie aanjagen.
Zoals de lotgenoten van prinses Amalia zo’n beetje in koor roepen: ‘Er is geen opleiding voor troonopvolger.’ Het is iets waar je in de praktijk ervaring mee moet opdoen, onder andere door middel van werkbezoeken afleggen en meedraaien in de dagelijkse realiteit van het ambt.
Op staatsbezoek gaan is meedoen, maar niet helemaal losgaan
Mee op staatsbezoek gaan hoort er ook bij, het is een goede oefening in smalltalk, wuiven, diplomatieke betrekkingen onderhouden, mensen een goed gevoel bezorgen, gezellig meedoen (maar ook weer niet helemaal losgaan), eindeloze speeches uitzitten en een handelsmissie aanjagen.
Met het oog op het aanstaande staatsbezoek van koning Willem-Alexander en Máxima aan Oostenrijk dient zich meteen de vraag aan wanneer Amalia eens met hen mee zou gaan.
Dat kan nog wel even duren; Willem-Alexander was al bijna twintig toen hij voor het eerst met zijn ouders meeging op een officiële reis naar het buitenland. Dat was een werkbezoek van koningin Beatrix aan de Nederlandse Antillen en het was zichtbaar nog even wennen.
Amalia’s oma prinses Beatrix was vanaf haar achttiende steevast van de partij bij inkomende staatsbezoeken, om te ontvangen en begeleiden. Zoals bij het inkomend staatsbezoek van de Britten. Elizabeth was toen al koningin, Beatrix was vooral een Royal Babe.
Haar eerste staatsbezoek in het kielzog van haar moeder Juliana was aan België in 1960, Beatrix was toen 22 jaar. Op de foto van links naar rechts de de vroegere vorst koning Leopold III, koningin Juliana, de al in nachtpon gestoken prinsessen Marie Esmeralda en Marie Christine, dochters uit het tweede huwelijk van Leopold met prinses Lilian, met Marie Christine aan de hand, kroonprinses Beatrix en koning Boudewijn.
Voor Amalia zou een officieel bezoek aan de overzeese gebieden een logisch startpunt zijn. Maar afgaand op haar voorgangers, moeten we daar echt nog even op wachten.
